Legpuzzel

1. De leerstof wordt verdeeld in gelijkwaardige delen.

2. De kinderen worden verdeeld in heterogene groepen. (stamgroep)
3. Groepsvorming: kinderen bedenken een groepsnaam of groepslogo.
4. De leerkracht nummert de groepsleden van de stamgroepen. Alle nummers 1 gaan bij elkaar zitten etc. De leerkracht verdeelt de onderwerpen. Dit worden de expertgroepen.
Ze bestuderen de tekst, maken aantekeningen of een samenvatting.
5. Kinderen keren terug naar de stamgroep en vertellen om de beurt wat ze geleerd hebben in de expert-groep. Ze voegen de informatie bij elkaar en maken een groepswerkstuk.
6. Het groepsresultaat wordt geëvalueerd.